Marcel, ik heb het idee dat de meeste leerkrachten inmiddels inzien dat je af en toe je gereedschapskoffer moet uitbreiden. De klus van onderwijsprofessionals wordt ook steeds complexer. Merk jij ook dat een leven lang leren steeds meer mainstream wordt?

Zeker. Steeds meer leerkrachten staan open voor een master. Meestal zijn dat de mensen waarbij reflecteren al in het systeem zit. Die al breder kijken naar hun opdracht en vak. Het helpt ook dat ons bestuur, en volgens mij ook dat van jou, niet meer zo op de budgetten zit. Tegenwoordig is er wel nascholingsbudget beschikbaar. We vragen: hoe wil jij jezelf als professional ontwikkelen en wat is daarvoor nodig? Dat is het uitgangspunt.

Wij voeren heel actief het gesprek met onze directeuren, waarbij we benadrukken dat het niet alleen gaat om de ontwikkeling van de individuele leerkracht. Het gaat ook over gedeeld leiderschap, input van onderaf en het gesprek met je team voeren. Een master kan dan heel helpend zijn. Herken je dat?

Absoluut. Als een leerkracht met een master begint, start je als team een zoektocht: hoe verbreed je de kennis zodat deze ten dienste komt van de rest van de organisatie? Een individueel mastertraject wordt dan een teamtraject. De leerkracht neemt kennis en nieuwe inzichten als het ware mee de school in. Dat is ook een voordeel van de masters van Hogeschool de Kempel: ze gaan in de basis uit van leren in de praktijk.

Het helpt ook als je de ontwikkelthema’s van je school goed hebt gedefinieerd. Leerkrachten die een master volgen, kunnen dan gemakkelijker een onderzoeksvraag formuleren. Zo zorg je dat een onderzoek echt iets oplevert voor de hele school.
Eén ding valt me altijd op: leerkrachten die een master volgen, gaan niet meer uit van wat je weet, maar onderzoeken wat je nog níét weet. Dat is een verschil. Wat zie jij gebeuren bij leerkrachten die een master volgen?

Ik zie dat hun manier van kijken voor altijd verandert. De masters dagen je uit om op een hoger niveau te denken, kritischer te kijken. Waarom doen we de dingen zoals we ze doen? Daar zit echt een kwaliteitsslag. Iets anders: worstel jij soms met het lerarentekort, zeker nu meer leerkrachten voor nascholing kiezen?

Het is ook voor ons een puzzel om elke dag de klassen bezet te krijgen. Maar ik ben er wel van overtuigd dat het ons helpt als er elk jaar een aantal leerkrachten een master volgt, zodat we toch steeds kennis maken met recente onderzoeken, wetenschap en theorieën. Daar worden we als organisatie alleen maar beter van.

Zo kijk ik er ook vanuit kostenaspect naar. Als we een verandering binnen school willen, dan is onze eerste impuls om extern advies in te winnen. Dat kost klauwen met geld. Door te investeren in een master houd je de vaardigheden binnen.

Uiteindelijk is ons belang dat wij de juiste dingen doen voor kinderen. De masters van De Kempel maken dat wat makkelijker: je volgt ze met de ambitie om een betere leerkracht te worden. Daarmee investeer je in een doorontwikkeling van het vak. Dat past goed bij leerkrachten, die toch doorgaans generalist zijn. Door deze masters kunnen ze excelleren zonder meteen voor een specialisme te kiezen.

Precies! Onze leerkrachten zeggen vaak: ik wil best excelleren, maar ik wil mijn klas niet uit. Daar passen deze masters perfect bij. Niet iedereen heeft leidinggevende ambities. Je hoeft niet per se IB’er of directeur te worden als je een leven lang leert.

Door deze masters kunnen ze excelleren zonder meteen voor een specialisme te kiezen.

1. Kan digitale geletterdheid maatschappelijke veranderingen teweegbrengen?

‘Zeker! Door de focus te leggen op burgerschap willen we leerlingen voorbereiden op een actieve rol in de maatschappij. Digitaal onderlegd zijn is daarvoor een minimale vereiste. Technologie laten we daarom terugkomen in vier pijlers: ICT-basisvaardigheden, mediawijsheid, informatievaardigheden en computational thinking. We leren leerlingen op deze manier bewuster te worden van de digitale wereld om hun heen. De burgers van de toekomst hebben hopelijk een bredere kijk op de wereld, zonder infobubbels. We leren ze zélf na te denken.’

2. Hoe bereik je dat precies?

‘Voor de pijler ‘mediawijsheid’ gaan we vooral in gesprek met de kinderen. We schotelen bijvoorbeeld fake news voor en stellen daarna vragen: is dit waar of niet waar? Wat is de bron? We draaien nu ook een pilot met het spel Minecraft, waarbij alle vier de pijlers zelfs terugkomen. Leerlingen bouwen in deze serious game ieder voor zich een eigen wereld in een beveiligde omgeving. Is het thema bijvoorbeeld de middeleeuwen? Dan bouwen ze een middeleeuws kasteel, maar ondertussen leren ze ook hoe je online met elkaar communiceert en hoe het zit met copyright. Bijna alle vaardigheden die je nodig hebt in een digitale wereld, kun je met Minecraft oefenen.’

3. Welke tools kun je nog meer inzetten voor de ontwikkeling van 21st century skills?

‘Dat zijn er veel! Twee voorbeelden: door de inzet van robots leren kinderen in stapjes denken (computational thinking) en samen problemen oplossen. Een green screen laat kinderen nadenken over informatieverwerking en presentatie: wat is mijn boodschap? Wie is mijn doelgroep?’

4. Wat zou je leerkrachten die twijfelen om technologie toe te passen, willen meegeven?

‘Ben niet bang en durf jezelf te ontwikkelen. De master Onderwijs & Technologie volgen op Hogeschool de Kempel is een mooie verdieping. Daarnaast is het ‘gewoon’ een kwestie van beginnen. Als je één ding uitprobeert en je ziet die enthousiaste koppies, durf je zelf ook weer een stapje verder te gaan. Heb vertrouwen!’

We bereiden leerlingen voor op een actieve rol in de maatschappij.
Het was niet makkelijk een masteropleiding te vinden die paste bij zijn werk en ambities. Pas na lang zoeken kwam de master Onderwijs & Technologie in het vizier. Koen Wijers: “De meeste ICT-opleidingen zijn vooral gericht op techniek. Ik adviseer en ondersteun onze scholen op het gebied van ICT binnen het onderwijsproces. Vanuit de visie en het beleid van Lijn 83 staat de ontwikkeling van digitale geletterdheid centraal binnen onze scholen. Dat is toch iets anders dan de techniek achter iedere tool kennen.”

De master geeft handvatten op het raakvlak van onderwijs en technologie. In september startte de opleiding met 32 deelnemers, veelal docenten uit het primair en voortgezet onderwijs en mbo. Zij willen ontdekken hoe ze digitale geletterdheid en ICT inzetten in het onderwijs aan leerlingen. Koen Wijers vult de opleiding anders in, samen met een aantal andere deelnemers. “Bij ons gaat het erom hoe je scholen en leraren ondersteunt op het gebied van ICT en ze helpt in het proces van digitale geletterdheid.”

“HET GAAT EROM HOE JE SCHOLEN EN LERAREN HELPT IN HET PROCES VAN DIGITALE GELETTERDHEID”

Werkdruk omlaag

Het gaat dan om ondersteuning in brede zin. Koen: “We willen de technologische toepassingen in onze scholen meer vanzelfsprekend en ‘embedded’ maken. Nieuwe ICT-tools moeten goed in het geheel passen en ook door de leraren als zodanig herkend worden. Want uiteindelijk wil je dat ze er efficiënt mee kunnen werken en dat de werkdruk omlaag gaat. Gisteren heb ik bijvoorbeeld met een school gesproken over een online leerplatform. Daar zitten zoveel mogelijkheden in dat je ze samen goed moet verkennen. Je wilt niet dat leraren steeds denken: Oh, nu komt er weer iets nieuws bij dat ik moet beheersen.”

Intensieve uitdaging

De master is een intensieve uitdaging, geeft Koen aan. “Maar je wilt je verder professionaliseren. Ik krijg nieuwe inzichten en ontwikkel bewust mijn vaardigheden op het gebied van samenwerken, communiceren, adviseren en leiding geven in processen. En daarmee draag je bij aan het grotere geheel. Onze stichting wil digitale geletterdheid in al onze scholen verbeteren, veranderen en verankeren. En daarmee bereiden we onze leerlingen beter voor op hun toekomst. Een dankbare uitdaging.”

We kunnen ons geen onderwijs meer voorstellen zonder digibord, adaptieve leermiddelen en digitaal gepersonaliseerd leren. Maar hoe groter de mogelijkheden, hoe meer leraren zich afvragen wat de toegevoegde waarde van ieder middel is. En hoe zij digitaal en online leren in balans moeten brengen met ‘analoog leren’ in de klas.

Theoretische onderbouwing nodig

Een goede leraar weet technologische toepassingen zo in te zetten dat ze passen bij de doelstellingen van zijn onderwijs, bij zijn leerlingen, de inhoud van het vak en de didactiek. Daar is onderbouwing vanuit de theorie voor nodig, maar ook een opleiding voor leerkrachten met feeling en interesse voor technologie, die andere collega’s de weg willen wijzen. Dat is de overtuiging van Frank Coenders, onderwijskundige en ICT-beleidsmedewerker op Hogeschool de Kempel en kartrekker van de master Onderwijs en Technologie.

Frank Coenders: “De master helpt je strategisch en onderbouwd te kiezen voor technologische toepassingen in het onderwijs. Allerlei fancy tools lijken aan de buitenkant wel hip en leuk, maar daardoor worden jij en je collega’s geen betere leraar. Prioriteit nummer één is dat jij je leerlingen beter laat leren doordat jij de juiste tools weet in te zetten. Als iemand vertelt dat zijn school met virtual reality wil werken en hij 30 VR-brillen heeft aanschaft, denk ik in eerste instantie: mooi, maar waarom doe je dit en wat levert het op voor het leren van de kinderen? Of zijn het leuke gadgets?”

Voor wie?

De master Onderwijs en Technologie is bedoeld voor onderwijsprofessionals uit het PO, VO en MBO. Leraren die het huidige en toekomstige onderwijs krachtiger willen maken met technologisch toepassingen, maar die ook onderzoekend en kritisch naar ontwikkelingen en trends op dat gebied kunnen kijken. Frank Coenders: “Na het afronden van de master kun je technologie op klas- en schoolniveau inzetten op een onderbouwde en onderwijskundige manier, waarbij je het management adviseert, maar ook afstemt op je collega’s in de klas. Je bent een inspirator dus, maar ook iemand die vanuit een kritische en onderzoekende houding het kaf van het koren weet te scheiden en niet voor ieder hip technisch snufje warmloopt.”`

Verschil

Het verschil met de éénjarige post-hbo-opleiding ICT & Media is dat de post-hbo-opleiding gericht is op directe toepasbaarheid van tools in de klas. In de tweejarige master Onderwijs en Technologie gaat het meer om de onderwijskundige en onderzoeksmatige onderbouwing van technologie in het onderwijs, waarbij het effect op het leren van kinderen en op de didactiek van de leraren centraal staat.

Prioriteit nummer één is dat jij je leerlingen beter laat leren doordat jij de juiste tools weet in te zetten.

Verder professionaliseren

Lysanne Cobussen staat te trappelen om de master Onderwijs en Technologie te volgen en heeft zich al aangemeld. Terwijl ze vele jaren voor de klas stond als leerkracht volgde ze de opleidingen tot ICT-coördinator en Media Coach. Op dit moment werkt Lysanne namens Optimus Onderwijs bij iXperium/CoE Nijmegen, een netwerkorganisatie op het gebied van leren en lesgeven met ICT. Daar begeleidt ze leerkrachten en scholen bij het implementeren van ICT-rijk onderwijs.

Toch wil Lysanne zelf ook verder professionaliseren. Ze is op zoek naar verdieping en theoretische onderbouwing. “Veel ICT-tools ken ik technisch gezien al, maar ik wil juist voor andere leraren duidelijk maken waarom tools werken bij kinderen en dat onderbouwen met wetenschappelijke argumenten. Vanuit mijn ervaring met leraren en scholen zeg ik: als je erover nadenkt waarom je technologie inzet, ben je al een heel eind op weg. Je moet kritisch blijven, want ICT is niet voor alles een oplossing.”

Meld je aan!

Lysanne Cobussen kijkt ernaar uit om te starten met de master. Word jij haar sparringpartner in de opleiding? Meld je aan voor deze praktijkgerichte master!

 

Veel ICT-tools ken ik technisch gezien al, maar ik wil juist voor andere leraren duidelijk maken waarom tools werken bij kinderen en dat onderbouwen met wetenschappelijke argumenten.